Tijdens Pasen gaan we met de SJOC en de IWG Zuid-Limburg weer onveilig maken! Begin april is de lente al goed op gang en dit is dan ook de beste tijd van het jaar om naar voorjaarsbloemen te zoeken. Hiervoor gaan we naar het gebied met de meeste plantensoorten van Nederland: Zuid-Limburg.

Zonder Zuid-Limburg zou de lijst met Nederlandse wilde plantensoorten veel korter zijn. Veel planten komen in Nederland buiten Zuid-Limburg niet of nauwelijks voor. Dit komt door de voor Nederland bijzondere ondergrond van dit gebied. Zuid-Limburg is namelijk een verre uitloper van het Middeneuropese bergland, waar heuvels en veel verschillende grondsoorten een grote verscheidenheid aan planten mogelijk maken. Vooral in het zuiden van Zuid-Limburg bevat de bodem veel kalk. Deze grondsoort zorgt ervoor dat planten relatief makkelijk voedingsstoffen kunnen opnemen, en hier zijn veel zogenaamde ‘kalkminnende’ planten op aangepast. Zuid-Limburg is het hele jaar mooi, maar in het voorjaar vormen vooral de hellingbossen een ware bloemenzee waarin soorten als bosanemoon en daslook de bosbodem wit kleuren.

Ons kampeerterrein ligt in Bruisterbosch, een klein dorp middenin het heuvelland. Van hieruit is al het moois van Zuid-Limburg op de fiets te bereiken. Een voorbeeld is het Savelsbos, dat op maar een kwartiertje fietsen van onze camping ligt. In dit prachtige hellingbos zijn naast algemene voorjaarsbloeiers ook grote zeldzaamheden te vinden, zoals amandelwolfsmelk en gele anemoon. Ook het Geuldal bij Epen is zeer de moeite waard. De overgang van kalkrijke naar kalkarme grond is hier goed terug te zien aan de kalkminnende planten onderaan de heuvels en de kalkmijdende planten bovenop. Wie zin heeft kan de Geul volgen naar Belgie tot aan Kelmis. In dit gebied werd vroeger zink gemijnd en de afvalstoffen van deze mijnbouw hebben geleid tot de ontwikkeling van een unieke zinkflora, met als bekendste soort het zinkviooltje. Daarnaast zijn in de bossen rond Kelmis ook grote aantallen wilde narcissen te vinden, en andere zeldzaamheden zoals het peperboompje.

Bijzondere planten trekken ook bijzondere insecten aan, waarvan een deel al in het voorjaar te zien is. Zo kan je in Zuid Limburd de vleugelloze reuzenhaan en oliekever vinden. Van deze laatste klimmen de larven in bloemen om mee te liften met bijen, die ze meenemen naar hun nest waar de larven opgroeien. Ook de gewone wolzwever is zo’n bijenprofiteur. Deze harige vliegen lijken op bijen maar kunnen niet steken. Ze leggen wel hun eieren in bijennesten, waar de wolzweverlarven de bijenlarven opeten.

Tijdens het Paaskamp gaan we ontdekken wat er allemaal groeit, bloeit en kruipt in het Zuid-Limburgse en Belgische heuvelland!